1st Canadian Infantry Division in WW2
De 1st Canadian Infantry Division wordt in september 1939 opnieuw gemobiliseerd, nog vóór Canada's formele oorlogsverklaring. Later volgen zowel de 2nd als de 3rd Canadian Infantry Divisions.
De divisie verlaat Halifax vanaf Pier 21 in twee zwaar beveiligde konvooien, het eerste vertrekt op 10 december, drie maanden na de oorlogsverklaring, en het tweede op 22 december 1939. Extra troepen bereiken Engeland in februari 1940. In 1941 worden de rode rechthoekige mouwemblemen uit de Eerste Wereldoorlog opnieuw ingevoerd.
In de nasleep van de rampzalige Slag om Frankrijk en en de terugtrekking van de British Expeditionary Force (BEF) tijdens de evacuatie van Duinkerken in mei 1940, wordt de 1st Canadian Infantry Division de volgende maand naar Frankrijk gestuurd. Onder de infanterie-eenheden die in Brest landen zijn het Royal Canadian Regiment (RCR), en het Hastings and Prince Edward Regiment (HPE), allemaal bataljons van de 1st Canadian Infantry Brigade. Het RCR is tot 16 juni in Frankrijk aanwezig, maar keert vrijwel onmiddellijk terug als de Franse hoofdstad Parijs in handen van Duitse troepen is gevallen. De 48th Highlanders of Canada bereiken Sablé-sur-Sarthe en krijgen daar opdracht naar Groot-Brittannië terug te keren. De divisie keert terug naar Engeland om Groot-Brittannië te verdedigen bij een mogelijke Duitse invasie. Als dat gevaar lijkt te zijn geweken volgen jaren van intensieve opleiding en training.
De divisie wordt in juni 1943 verscheept naar het Middellandse Zeegebied waar de divisie wordt ingezet bij Operatie Husky (de landing van de geallieerden op Sicilië op 10 juli 1943, filmfragment). De divisie komt onder bevel van het Britse XXX Corps en dient naast de veteraan 51st (Highland) Division, onderdeel van het Britse Achtste Leger, onder bevel van generaal Sir Bernard Montgomery. Na 28 dagen is de strijd beslist maar de Canadezen hebben 562 doden, 1.664 gewonden en 84 krijgsgevangenen te betreuren.
Kort na de verovering van Sicilië gaat de divisie over naar het Britse XIII Corps, maar dient nu naast de Britse 5e Infanteriedivisie (die ook in Husky heeft gevochten), landt vervolgens in Reggio Calabrië op het Italiaanse vasteland (Operatie Baytown) en vecht op het Italiaanse schiereiland, aan de Adriatische kant van de laars (de ‘hiel’),wordt teruggetrokken uit de frontlinies en voert af en toe een achterhoedegevecht. De divisie komt terug in de frontlinie om te worden ingezet bij rivier de Moro.
Daarna neemt de divisie, ondersteund door tanks van de 1st Canadian Armoured Brigade, met Kerstmis 1943 deel aan de Slag om Ortona. Tegenstanders zijn elite parachutisten van de 1. Fallschirmjäger Division. Beide partijen lijden zware verliezen in de strijd om de stad die door een verslaggever van The New York Times een ‘miniatuur Stalingrad‘ wordt genoemd vanwege de hevige straatgevechtenen en de zware verliezen aan beide kanten. De Canadezen hebben 650 slachtoffers te betreuren, voornamelijk in de 3rd Brigade. Op 27 december is wat er van Ortona over is, na dagen van beschietingen en luchtbombardementen, in Canadese handen.
Eind 1943 is het Canadese leger in Italië bijna 76.000 man sterk. Verliescijfers zijn gestegen tot 9.934 in alle rangen, waarvan 2.119 gesneuvelden.
Hierna krijgt de divisierust en er volgen vele maanden van statische oorlogvoering. In de tweede fase van het voorjaarsoffensief (Operatie Diadem) breekt de divisie uit het bruggenhoofdvan het Achtste Leger. De Princess Louise Dragoon Guards, het verkenningsbataljon (of 'verkenningsregiment') vande 1st Canadian Infantry Division, is de eerste eenheid van het Achtste Leger die in mei 1944 met hun pantservoertuigen onder Pontecorvo de Hitlerlinie achter zich laat.
In de zomer levert 1st Canadian Infantry Division hevige gevechten in de Gothic Line. De volgende maanden vecht de divisie, net als in de vorige herfst, om opeenvolgende rivierovergangen in handen te krijgen. De Duitsers maken bij het voeren van de verdediging uitstekend gebruik van het hoge terrein dat de overgangen beheerst. Tegen de tijd dat de divisie de Senio bereikt en de ijzige regen in de Canadese sector plaats maakt voor sneeuw, wordt het besluit genomen om het hele I Canadian Corps, inclusief de 1stI Infantry Division, naar Noord West Europa over te brengen. De Italiaanse campagne kost de divisie meer dan 2.100 verliezen, waarvan 562 Canadezen zijn gesneuveld.
Meer details over het optreden van de divisie zijn terug te lezen in de Italiaanse campagne van de Saskatoon Light Infantry en te bekijken in een uitgebreid filmverslag.
Twee militairen van de 1st Canadian Infantry Division worden tijdens de Italiaanse veldtocht met het Victoria Cross onderscheiden: kapitein Paul Triquet van het Royal 22e Régiment en soldaat Ernest ‘Smoky’ Smith van de Seaforth Highlanders of Canada.
Eind maart 1945 zijn alle Canadese eenheden die deel uitmaakten van de geallieerde strijdkrachten in de Middellandse Zee overgebracht naar het Westelijk Front (Operatie Goldflake). De 1st Infantry Division en de 1st Armoured Brigade worden herenigd met het Eerste Canadese Leger, onder bevel van generaal Harry Crerar. De divisie, nu onder bevel van generaal-majoor Harry Foster, neemt vervolgens deel aan de bevrijding van een groot deel van Nederland, waaronder de bevrijding van Apeldoorn, operatie CANNONSHOT: een rivierovergang over de IJssel bij Gorssel, het bevrijden van Apeldoorn en het bezetten van de Veluwe. De oorlog in Europa komt kort daarna op 8 mei 1945,tot een einde: VE Day, de Dag van de Overwinning in Europa. Op 15 september 1945 wordt het hoofdkwartiervan de 1st Canadian Infantry Division officieel ontbonden.
Verklarende cijfers bij de slagorde afbeelding: de organieke sterkte van de divisie in Italië is ca. 18000 militairen (3 infanterie- en 1 pantserbrigade), in Nederland ca. 14000 militairen omdat de pantserbrigade weer onder bevel van I Canadian Corps is gesteld.
Deze sterktes zijn aantallen op papier; het aanvullen van geleden verliezen kost tijd en is aan het einde van de oorlog een groot probleem. De werkelijke sterkte is dus (aanzienlijk) lager.
Meer details over de organisatie: infanteriebataljon - tankbataljon - afdelingen artillerie - genie