1st Hussars
Bij de oprichting van de 1 Canadian Infantry Division op 1 september 1939 vormen de 1st Hussars en Princess Louise Dragoon Guards de cavalerie van de divisie. In december 1939 vertrekt de 1 Division naar Engeland, maar de 1st Hussars blijven in London, Ontario achter omdat er niet genoeg tanks zijn om het regiment uit te rusten.
.png)
In januari 1940 worden de Hussars ingedeeld bij het First Canadian Cavalry Regiment (Gemechaniseerd), dat deel uitmaakt van de 1st Canadian Division. In mei 1940 vertrekt 1 CCR (M) uit London naar Camp Borden in Ontario waar ze tactiek en voertuigonderhoud trainen op verouderde tanks.
Het Canadian Armoured Corps wordt opgericht in augustus 1940 en de 1st Hussars maken daar deel van uit. In het voorjaar van 1941 wordt 1st Hussars, nu het 6 Canadian Armoured Regiment (1st Hussars) (6 CAR), onderdeel van de 1st Canadian Armoured Brigade (1 CAB), die in oktober 1941 naar Engeland vertrekt. In Aldershot gaan ze verder met hun opleiding m.b.v. enkele M3 Lee- en Canadese Ram tanks. 1 CAB wordt in januari 1943 gereorganiseerd tot de 3rd Canadian Army Tank Brigade samen met The Fort Garry Horse en het Sherbrooke Fusilier Regiment. In juli 1943 wordt 3 CATB hernoemd tot de 2nd Canadian Armoured Brigade (2 CAB), een aanduiding die blijft tot het einde van de oorlog.
De training gaat door in Elstead in Zuid-Engeland totdat de 1st Hussars naar het Combined Operations Training Centre in Inverary , Schotland, gaan om zich voor te bereiden op een amfibische aanval. In december 1943 maken zij kennis met ‘Duplex Drive’ (DD -amfibisch gemaakte) tanks. Eerst wordt getraind met Valentine DD tanks, totdat in april 1944 het regiment wordt uitgerust met de M4A4 Sherman DD en Sherman Firefly tanks.
Samenvatting:
Bij de invasie in Normandië op 6 juni 1944 komen de 1 Hussars aan land om de infanterie met hun Shermantanks te ondersteunen bij de landing op Juno Beach.
Op zondagmiddag 11 juni lijden de 1st Hussars ten noordwesten van Caen zware verliezen als zij in een hinderlaag van de 12 SS Panzer Division lopen. De Duitsers schakelen 51 Shermans uit. Op deze ‘Black Sunday’ hebben de 1st Hussars 61 doden en vermisten, 2 gewonden en 11 krijgsgevangenen te betreuren; ongeveer een derde van alle gesneuvelden van dit regiment in deze oorlog. Na de ramp volgen een paar weken van rust en training voordat de 1st Hussars weer in actie komen. Het regiment neemt deel aan de bittere veldslagen in het bruggenhoofd en het sluiten van de Falaise Gap. Daarna onderscheiden zij zich bij de gevechten in België en Nederland. Begin april komen zij aan in het verzamelgebied op de oostelijke oever van de IJssel om deel te gaan nemen aan operatie CANNONSHOT. Ook tijdens deze operatie leveren de 1st Hussars met hun steun aan de infanterie een grote bijdrage aan het verslaan van de Duitsers.
De 1st Hussars is het enige bij de bevrijding van Apeldoorn betrokken regiment dat op D Day in Normandië is geland.
Meer weten?
Voor de bevrijding van Apeldoorn komen tanks van 1Hussars bij het eerste ochtendgloren van 12 april aan op de westelijke oever van de IJssel. Het eerste vlot is die nacht om half drie klaar en om half zeven zijn de eerste vijf tanks overgevaren. Daarmee is de beginfase van operatie CANNONSHOT succesvol afgesloten.
In de vroege morgen van 12 april ontstaat enige vertraging bij het overzetten van de tanks, zodat het tot 10:45 uur duurt voordat het volgende eskadron in het bruggenhoofd aankomt. Daar beschikt men nu over 35 tanks. Een eskadron levert de tanks waarmee de 48th Highlanders of Canada die ochtend worden gesteund bij hun aanval in noordelijke richting op De Hoven en Steenenkamer bij Deventer.
Later op deze dag ondersteunt een tankpeloton de verrassende aanval van de Highlanders op Twello.
Onderweg naar Apeldoorn wordt eerst nog een vier uur durend vuurgevecht geleverd met Duitsers die zich bij een spoorwegovergang ten zuidwesten van Teuge hardnekkig verdedigen. Vijf Shermantanks brengen hier de beslissing.
Op vrijdag 13 april moeten Shermantanks van de 1st Hussars ook de in Twello achtergebleven 48th Highlanders ten noorden van het dorp ondersteunen. Samen verijdelen ze de Duitse pogingen om de Terwoldseweg te blokkeren. Dat lukt, maar niet zonder verliezen. Hier sneuvelt een officier vande 1st Hussars, die op een kruispunt staande bij zijn scoutcar, door een Duitse granaat wordt gedood.
Zaterdagmorgen 14 april heel vroeg wil het RCR met een compagnie en tanks van de Hussars een verrassingsaanval op de Deventerbrug uitvoeren. De eskadronscommandant heeft de nodige bedenkingen bij dit gedurfde plan; de berichten van de ondergrondse en eigen inlichtingen over de situatie bij de brug spreken elkaar tegen.
Maar het plan wordt toch uitgevoerd: onder dekking van een vijf minuten durend artilleriebombardement stormen om 02:30 uur twee Shermantanks op de brug af. De eerste tank wordt al meteen door een Panzerfaust geraakt en vliegt in brand; de chauffeur ziet geen kans meer om het voertuig te verlatenen sneuvelt. De pelotonscommandant stapt daarna over op de tweede tank die 50 m voor de brug eveneens wordt geraakt. Daarbij komt de tankcommandant om het leven. De pelotonscommandant weet met zijn chauffeur de aangeschoten tank terug te rijden naar de plaats waar de acht overige tanks en de RCR-compagnie op het bevel ‘voorwaarts’ staan te wachten. Daar aangekomen vliegt ook deze tank in brand en botst in volle vaart op de gereedstaande Shermans waarbij drie huzaren zwaar worden gewond. Deze aanval mislukt volledig.
De 1st Hussars worden hierna teruggetrokken en pas bij de strijd in Groningen weer ingezet. Het Three Rivers Regiment neemt hun taak bij de 1st Canadian Infantry Division over.
In de Tweede Wereldoorlog is 1st Hussars de meest onderscheiden eenheid in I Canadian Army. Naast persoonlijke decoraties worden er 20 onderdeelsonderscheidingen voor buitengewone moed verleend.
