Familie Binasch
Het verhaal over de familie Binasch is op 4 mei 2023 voorgedragen door Kevin Wijngaard, leerling van het Stedelijk Gymnasium
De familie Binasch
In een verscholen huis aan de Wildernislaan 8 komt in de herfst van 1940 de joodse familie Binasch wonen. Het gezin bestaat in 1940 uit vader, moeder en twee kinderen.
Siegmund Fritz Binasch is in Polen geboren en Lili Elden in Berlijn. Ze komen in september 1934naar Den Haag. De angst voor Hitler en wat dat zou beteken voor joden maakt hetleven voor joden in Duitsland steeds moelijker. In Den Haag gaat het gezinwonen aan de Van Alkemadelaan 197
Daar wordt op 7december 1934 Herman Ernst geboren en Roza Eva op 3 juli 1938.
Siegmund is koopman. Hij heeft een bedrijf in Finse houtwaren en producten voor houtveredeling. Het kantoor is gevestigd aan de Van Alkemadelaan 197. Hij onderhoudt contacten met diverse landen en levert ook producten aan aannemers in Nederland.
In het begin van de Duitse bezetting van Nederland wist zijn onderneming nog volop te profiteren van de internationale handel in verschillende houtsoorten. Het Duits militair gezag zocht aanvankelijk samenwerking met ondernemingen die zij voor deoorlogsindustrie kon gebruiken. Fritz heeft hieraan hoop ontleend dat hij en zijn gezin in hun nieuwe vaderland betrekkelijk veilig waren. Een van de laatste grote transacties waarbij het bedrijf van Binasch betrokken was, betrofde levering van Fins hout aan Nederland en België ter waarde van drie miljoen Reichsmark.
Eind 1940 werd het overgenomen door een zgn. Verwalter, een door de nazi’s aangewezen zaakwaarnemer. Alle transacties moesten vanaf dat moment door de Verwalter worden goedgekeurd.
Op 10 mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen. Nederland capituleert op 15 mei. Op 22 en 23 februari 1941 vindt in Amsterdam de eerste razzia, in Nederland, plaats. Een belangrijke reden voor het gezin om naar Apeldoorn te verhuizen.
Vader, moeder en de kinderen verhuizen in het najaar van 1940 naar de Wildernislaan 8 in Berg en Bos.
Begin januari komt de joodse Jenny Kaiser-Fischer bij de familie Binasch inwonen. Ze kennen haar mogelijk uit Den Haag, waar ze in dezelfde straat woonden.
In juni 1941 plaatst de familie een advertentie in het joods weekblad en biedt daarineen zit-slaapkamer aan met gebruik van keuken en badkamer, gedurende de zomermaanden
Herman Ernst wordt ingeschreven op de Berg en Bosschschool en zou daarom vanaf september 1941 naar die school gaan aan de Soerenseweg. Maar de maatregel dat joodse kinderen alleen nog naa joodse scholen mogen treft ook Herman.
Hij blijft van september 1941 tot 22december thuis en bij de start van de joodse school start hij in de 2e klas.Mogelijk is hij alsnog eerder naar de Berg en Boschschool geweest.
Hij komt in de klas bij juf Martha Wijler. Samen met 32 andere joodse kinderen.
Begin januari 1942 beginnen de Duitsers met het inrichten van werkkampen voor werkloze joodse mannen. In Apeldoorn werden uiteindelijk meerdan 130 joodse mannen naar deze kampen gedeporteerd.
DIA KAMP LIEVELDE Wanneer Frits zich moet melden is niet zeker. In een mondelinge overlevering wordt gesteld dat hij zich begin januari1942 moet melden op het Centraal Station in Amsterdam vanwaar hij met andere‘werklozen’ per trein naar een joods werkkamp in het noordoosten van Nederland werd vervoerd.
Op een lijst in het archief van Coda staat dat hij half augustus 1942 is gekeurd en naar kamp Lievelde bij Lichtenvoorde wordt gedeporteerd.
De arbeid bestaat uit grond omspitten, greppels graven en aardappels rooien.Het werk was zwaar en ze kregen niet genoeg te eten.
Op 2 oktober 1942 worden de werkkampen leeggehaald en worden de mannen naar kamp Westerbork gebracht. Frits wordt op 6 oktober in Westerbork geregistreerd.
In de nacht van 2 op 3 oktober worden ook hun vrouwen en kinderen thuis opgehaald. In Apeldoorn gaat het om meer dan 70 joodse Apeldoorners.
Ook Lilli Binasch-Elden wordt in die nacht thuis opgehaald samen met haar twee kinderen.
Ze wordt nog wel naar Arnhem gebracht, maar omdat ze 8 maanden zwanger is mag ze weer terug naar Apeldoorn, samen met haar kinderen. Twee dagen later, op 4 oktober, werd Claire Ruth geboren. Kort voor de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch, worden vrijwel alle joodse gezinnen rond 20 januari op het terrein van het Apeldoornsche Bosch geïnterneerd.
Op 22 januari worden Lili en haar drie kinderen naar Westerbork gedeporteerd, samen met circa 200 personeelsleden van het Apeldoornsche Bosch en andere joodse Apeldoorners.
Op dinsdag 11 mei 1943 wordt het hele gezin met in totaal 1446 mensen, opeengepakt in goederenwagons, gedeporteerd naar vernietigingskamp Sobibor. Hier kwam de trein op 14 mei aan, waar ze direct bij aankomst worden vermoord.
