Govert Steen
In 1937 doet Govert Steen eindexamen op de Koninklijke HBS, die nu de Koninklijke Scholen Gemeenschap heet. De laatste woorden op zijn leerlingenkaart zijn: Militaire vliegdienst. Dat betekent dat hij in Soesterberg zal worden opgeleid tot jachtvlieger. In die tijd van oorlogsdreiging is dat niet zomaar een stoere beroepskeuze...
Govert weet dat het een keuze met risico's is, want hij en zijn klasgenoten spraken in de laatste schooljaren vaak over de situatie in de wereld, vooral over de Spaanse burgeroorlog.Na zijn opleiding tot jachtvlieger is Govert gelegerd op vliegveld Ypenburg bij Den Haag samen met zeven collega-vliegers. De acht Fokkers D-21 waarmee zij vliegen, vormen een kwart van alle jachtvliegtuigen die Nederland heeft.
In de nacht van 9 op 10 mei 1940 vallen de Duitsers Nederland binnen. Ypenburg wordt gebombardeerd. Tussen de bommen door kunnen de Fokkers nog net opstijgen. Tijdens hevige luchtgevechten schiet Govert twee Duitse toestellen neer. Als zijn munitie en brandstof op zijn, zet hij zijn Fokker aan de grond op het strand bij Scheveningen. Hij loopt naar de tram, die gewoon blijkt te rijden, en keert terug naar Ypenburg. Daar is het een geweldige puinhoop en er is geen vliegtuig meer over. Dan naar Schiphol. Van daaruit maakt hij nog een paar vluchten en dan is het 14 mei: Nederland capituleert en de Duitsers bezetten ons land.
Govert wil ontsnappen naar Engeland om verder te vechten. Bijna een jaar lang probeert hij van alles, maar zonder succes. Tot hij in april 1941 een baan krijgt bij Fokker in Amsterdam-Noord waar ze nu vliegtuigen maken voor de Duitsers. Hij raakt betrokken bij een gewaagd ontsnappingsplan met drie andere Engelandvaarders, eerste luitenant Jan Beelaerts van Blokland, korporaal vliegtuigmaker Wim Boomsma en de Fokker monteur Wybert Lindeman. In de Minervahaven ligt een tweemotorig watervliegtuig. In de nacht van 5 op 6 mei lukt het de vier mannen aan boord te komen. Govert heeft nog nooit in een tweemotorig watervliegtuig gevlogen, maar hij slaagt erin het toestel te laten opstijgen en naar Engeland te vliegen.
Hij meldt zich aan bij de Royal Air Force. Na een lange omscholing mag hij in november 1941 vliegen in Spitfire en in januari 1942 wordt hij ingedeeld bij 129 Squadron.
Hij maakt tientallen vluchten, vaak naar Noord-Frankrijk en raakt betrokken in tien luchtgevechten. Govert weet dat hij meer kans heeft om te sneuvelen, dan om te overleven. Van de 25 piloten van zijn squadron sneuvelen er binnen een jaar 14. Op 5 juni 1942 is zijn laatste vlucht. Op de terugweg uit Frankrijk, ten noorden van Le Havre krijgt zijn jager een voltreffer.
Hij ziet geen kans zijn parachute te gebruiken en stort neer. Waarschijnlijk in zee. Zijn lichaam is nooit gevonden.
Pas op 12 december 1942 ontvangen zijn ouders via Het Rode Kruis bericht dat hun zoon vermist is. Vader Steen schrijft in zijn dagboek: Hoogst waarschijnlijk is dus onze dappere, lieve jongste zoon gevallen in den strijd voor de bevrijding van zijn vaderland. God hebbe zijn ziel, en geve ons sterkte bij deze zo smartelijke tijding.
Govert werd 25 jaar. Hij werd tweemaal onderscheiden met het Vliegerkruis (1e voor zijn vlucht naar Engeland, 2e voor zijn bij de RAF gevlogen missies). De op het Runnymede Memorial vermelde onderscheidingen (het Croix de Guerre en het Bronzen Kruis) komen niet voor in de officiële Nederlandse lijsten van onderscheidingen. Het is vooralsnog onduidelijk hoe deze vermeldingen tot stand zijn gekomen. In Apeldoorn wordt Govert herdacht in een straatnaam in de nieuwe wijk Ugchelen Buiten. Op het vliegveld Teuge is zijn naam vermeld op een gebrandschilderd raam.