Henk Nikkel
Henk Nikkel wordt geboren op 3 juni 1924 in Nederlands-Indië, in een gezin met vier kinderen. Als zijn vader overlijdt, keert moeder met haar kinderen terug naar Nederland. Vanaf 1937 wonen ze in Apeldoorn. Net als zijn oudere broer Jan gaat Henk naar de Koninklijke HBS.
Op een middag na schooltijd begin 1942, als ze in de examenklas zitten, vraagt Henk aan zijn klasgenote Tony Oltmans om 's avonds met hem mee te gaan naar Wilp. Hij vertelt niet waar het om gaat, maar wel dat het voor hem veiliger is, als hij niet alleen op pad gaat. Het wordt haar duidelijk dat Henk illegale krantjes rondbrengt. Als er een Duitse patrouille nadert, slaat hij zijn armen om haar heen en ze spelen een verliefd stel. Het blijkt op die avond en vele avonden daarna een effectieve manier om de Duitsers af te leiden.
Henk haalt zijn diploma en krijgt een baan bij het ministerie van onderwijs, dat van Den Haag naar allerlei panden in Apeldoorn is verhuisd.
Tony doet door ziekte een jaar later examen en komt daarna ook in dienst van het ministerie van onderwijs.
Hun samenwerking in de illegaliteit met de act van verliefd paartje gaat ondertussen door èn wordt uitgebreid, want ze distribueren ook bonkaarten voor onderduikers. Henks oudere broer Jan heeft daarvan het depot in hun huis.
Dat gaat goed tot november 1944, als de SD een inval doet in hun woning. Ze blijken te zijn verraden, terwijl er net een nieuwe voorraad illegale kranten is bezorgd.
Jan is niet thuis en ontspringt de dans, maar Henk wordt gearresteerd en opgesloten in de beruchte cellen in de Koning Willem III-kazerne. Later wordt hij overgebracht naar de gevangenis de Kruisberg in Doetinchem.
In de nacht van 6 op 7 maart doet een verzetsgroep een aanslag op een Duitse auto bij Woeste Hoeve. De hoogste Duitse politiechef in Nederland, Rauter, raakt zwaargewond. De wraak van de Duitsers is gruwelijk. Uit allerlei gevangenissen worden 263 zogenoemde Todeskandidaten gehaald. 117 van hen worden met bussen en vrachtwagens naar een plek vlakbij Woeste Hoeve getransporteerd.
Het is 8 maart 1945, bijna zeven uur in de ochtend. Even voorbij de herberg staat een executiepeloton klaar. In groepen van ongeveer twintig man worden de 117 mannen daar naartoe gereden.
Zes keer klinkt een roffel van schoten. Henk moet de schoten vier keer hebben gehoord, want hij is bij de voorlaatste groep die voor het executiepeloton wordt gezet.
De 117 lijken liggen in zes groepen naast elkaar langs het fietspad.
Apeldoornse expediteurs moeten 's middags de lichamen naar Heidehof brengen, waar men ze ongeïdentificeerd in een massagraf legt.
Henks familie en Tony weten niet wat er met Henk is gebeurd. Zijn moeder blijft denken dat hij naar een concentratiekamp is gebracht. Ze houdt de hoop levend met de woorden: 'Al zit hij in Rusland en moet hij lopen, hij komt terug.'
De identificatie van de lichamen duurt lang. Pas in juni wordt de zus van Henk opgeroepen voor een identificatie. Zij herkent het lichaam van haar broer in het noodgraf aan een kleurig sjaaltje, dat ze voor hem had gebreid uit restjes wol.
Tot 2 november 1982 ligt Henk begraven aan het zogenaamde Woeste Hoevelaantje op Heidehof, daarna wordt zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Ereveld Loenen.
Zijn klasgenote en vriendin Tony Oltmans gaat elk jaar op 8 maart naar de herdenking bij Woeste Hoeve en op 4 mei naar de herdenking op het ereveld.
De Oorlogsgravenstichting heeft in 2022 een filmpje gemaakt waarin drie leerlingen van de Koninklijke Scholengemeenschap een eerbewijs brengen aan Henk Nikkel. Dat filmpje kunt u hieronder bekijken.