Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site

Achtergronden

The Royal Canadian Artillery

Net als de overige regimenten mobiliseert de Royal Canadian Artillery begin september 1939 haar eenheden. De werving verloopt voorspoedig maar vooralsnog ontbreken de kanonnen.

Desondanks wordt de Royal Canadian Artillery naar Engeland verscheept. Door de grote materiële verliezen die in Frankrijk zijn geleden duurt het tot oktober 1940 voordat er geschut ter beschikking is voor opleiding en training. Tijdens de Battle of Britain zijn voor de vuursteun die nodig is om een mogelijke Duitse invasie te kunnen weerstaan allerlei noodgrepen nodig zoals het gebruik van verouderde zware spoorwegartillerie uit WO I.
De artillerie-opleidingenen trainingen in het najaar van 1940 gaan noodgedwongen van start met Franse 75mm kanonnen uit het einde van de 19e eeuw. Pas in april 1941 arriveren de eerste moderne 25 ponder kanonnen. Maar dan worden opleiding en training geïntensiveerd; naast stuksbediening is er veel aandacht voor tactische verplaatsingen, vuurregeling, nabij beveiliging, radioverbindingen. Alles is erop gericht om onmiddellijke vuursteun aan de infanterie- en tankeenheden te verzekeren. Er worden ook procedures ontwikkeld om het vuur van meerdere afdelingen veldartillerie snel te kunnen concentreren. De Royal Canadian Artillery is daardoor uiterst effectief; bovendien wordt de sterkte tijdens de oorlog sterk opgevoerd voor de campagne in het Europese theater.

Italiaanse campagne

Zowel op Sicilië als op het vasteland van Italië is de vuursteun van de Royal Canadian Artillery onontbeerlijk bij het doorbreken van de Duitse verdediging. De uitgebreide training in Engeland komt uitstekend van pas. Jammer genoeg is er weinig specifieke informatie voorhanden over de inspanningen die individuele afdelingen veldartillerie, antitank batterijen en afdeling luchtdoelartillerie hebben geleverd.

vuurleiding op Sicilië

25 pr kanon in actie op Sicilië

Samenvatting:
De Royal Canadian Artillery van de 1st Canadian Infantry Division bestaat uit drie verschillende elementen:

·        3 afdelingen veldartillerie met drie batterijen, elkuitgerust met 8 25 ponder kanon/houwitsers, voor vuursteun aan infanterie- en tankeenheden. 1st, 2nd en 3rd Canadian Field Regiment; per brigade is er duseen afdeling veldartillerie beschikbaar.

·        1st Canadian Antitank Regiment, met vier batterijen, elk uitgerust met8 getrokken 17 ponder antitankkanonnen en vier 17 ponder antitankkanonnen opeen tankchassis (M10 Achilles); ·    

·        2nd Canadian Light Anti Aircraft Regiment (een afdeling luchtdoelartillerie) om vijandelijke vliegtuigen te bestrijden, uitgerust met het 40Lang60 Bofors snelvuurkanon.

 Veldartillerie:
In de jaren voorafgaand aan de inzet in Italië bekwaamt de Canadese artillerie zich in Engeland in hun handwerk. De bediening van het geschut wordt onder alle mogelijke omstandigheden geoefend. Dat maakt een hoge vuursnelheid en precisie mogelijk. Ook de waarnemingsgroepen worden getraind om onder alle omstandigheden van weer en terrein hun werk nauwkeurig en snel uit te voeren. De vuurleidingsprocedures worden vervolmaakt waardoor het mogelijk wordt het vuur van meerdere afdelingen veldartillerie snel te combineren. De effectiviteit van de Canadese artillerie staat daardoor op een hoog peil en dat weten de te ondersteunen infanterie- en tankeenheden in het gevecht bijzonder te waarderen.

Antitank artillerie:
In deze fase van de oorlog is bestaat de uitrusting uit getrokken 17 ponderkanonnen en hetzelfde kanon op een tankonderstel: de M10 Achilles.

M10 Achilles

Omdat de eigen M10s nog bezig zijn met opleiding heeft elke batterij een
peloton onder bevel van het 6 Antitankregiment.
Bij de oversteek over de IJssel worden de getrokken kanonnen over de drijvende brug gesleept door vrachtwagens en Humber-verkenningsauto's, omdat de brug geen half tracks kan dragen. De half tracks en M10's worden overgezet op vlotten.

Luchtdoelartillerie:

Bofors 40L60

De Luftwaffe is verslagen, dus zijn er nauwelijks Duitse vliegtuigen te bestrijden. Geen werk voor het 2nd Light Anti-Aircraft Artillery. Daarom krijgen de luchtdoelartilleristen andere taken: 2 LAAA neemt de bewaking vanhet St Josephziekenhuis over. Ook vervult het regiment samen met de Nederlanders verkenningstaken om het gemis van het verkenningsbataljon enigszins goed te maken.  

Meer weten?
Voordat de rivierovergang bij Gorssel wordt ingezet opent de artillerie van de 1st Infantry Division op 11 april om 16:00 uur precies het vuur met rook- en brisantgranaten, die het uitgekozen operatieterrein met het geplande bruggenhoofd in een dikke, gelige walm hullen en bekende Duitse opstellingen bestrijden. Aan deze voorbereidende beschieting doet ook de zware Canadese artillerie mee die oost van de IJssel in stelling staat. Daardoor hebben de Duitsers geen zicht meer op de plaats van de rivierovergang en zijn niet in staat de oversteek te voorkomen.

Alle volgende gevechtsacties van infanterie en tanks worden ondersteund met artillerievuur.
Het afslaan van Duitse tegenaanvallen in de nacht van 11 op 12 april is het begin. Vervolgens volgen de uitbraak uit het bruggenhoofd, de aanvallen op De Hoven en de Steenenkamer bij Deventer, op De Hoven bij Zutphen en die op Gietelo en Appen, de gevechtsacties bij Teuge en in het oostelijk deel van Apeldoorn. Al deze gevechtsacties worden ondersteund met artillerie- en mortiervuur. Dat laatste wordt afgegeven door de mortierpelotons van de Saskatoon Light Infantry. Ook de kanonnen van het antitankregiment op tankonderstel – de ‘Achilles’ – worden weinig gebruikt voor het uitschakelen van tanks maar bewijzen hun waarde bij het bestrijden van Duitse opstellingen in gebouwen.

Op zaterdagmorgen 14 april om 02:30 uur is er een vijf minuten durende artilleriebeschieting voorafgaand aan de verrassingsaanval twee Shermantanks op de Deventerbrug.

De artillerie-eenheden zijn bij de doortocht door Apeldoorn op 17 april totaal verbijsterd door het enthousiasme van het publiek — zoiets hebben de manschappen nog nooit meegemaakt. In hun voertuigen volgeladen met zowel jongeren als ouderen, hebben zij de handen vol aan het afslaan van goedbedoelde aanbiedingen van burgers, die méé wilden trekken als tolk, kok of zelfs als typist(e)! Maar ze moeten verder - tegen 13.00 u zijn ze alweer onderweg naar Barneveld. Tenminste één afdeling gaat op 17 april in stelling in Hoog Soeren en zo zijn de artilleristen daar de bevrijders.

Antitank artillerie:
Het 1st Canadian Antitank Regiment verzamelt in het Reichswald op 6 april, en de volgende dag worden de batterijen onder bevel van de te steunen brigades verplaatst naar een gebied ten oosten van Zutphen. Omdat de eigen M10’s nog bezig zijn met opleiding heeft elke batterij een peloton M10 Achilles onder bevel van het 6th Antitankregiment van 2nd Canadian Infantry Division.


Op 11 april steekt de 1st Canadian Infantry Division de IJssel over.
De 2nd Brigade, ondersteund door een batterij, leidt de aanval. De getrokken kanonnen worden over een drijvende brug gesleept door vrachtwagens en Humber-verkenningsauto's, omdat de brug geen half tracks kan dragen. De half tracks en M10's worden overgezet op vlotten.
Tegen 12:00 uur op 12 april staan de kanonnen van de eerst overgezette batterijien opstelling en om 14:30 uur is de tweede batterij aan de overkant van derivier om de 1st Brigade te gaan ondersteunen.
Een derde batterij maakt de oversteek om 04.30 uur op 13 april 45.

Tijdens de daaropvolgende gevechten slagen alle batterijen er in krijgsgevangenen te maken.

Bij de aanval langs de weg Wilp-Apeldoorn via de dorpen Posterenk en Wilp Achterhoek maakt de antitankbatterij goed gebruik van de M10’s bij het verdrijven van Duitsers uit door hen bezette huizen. De 17-ponders worden eerst niet gebruikt, maar worden vanaf 18:30 uur op de avond van 13 april ingezet. Voorst wordt bereikt op 14 april. Volgens de antitank artilleristen is in dit beweeglijk gevecht de ontmoette weerstand ‘niets’ in vergelijking met Italië.

Op 15 april rukt de 2nd Brigade snel op naar het zuiden. De 1st Brigade rukt op naar Apeldoorn met de 3rd brigade op de linkerflank.

Als de 3rd Brigade het Apeldoornse Kanaal nadert volgt het M10-peloton vlak achter de leidende infanterie, waardoor directe ondersteuning kan worden gegeven. Alleen het voortdurend vuur van sluipschutters is gevaarlijk, daardoor vallen er gewonden.

De 2nd Brigade steekt op 17 april enkele kilometers ten zuiden van Apeldoorn zonder tegenstand het Apeldoornse Kanaal over, zet koers in westelijke richting en maakt contact met de 5th Canadian Armoured Division in Barneveld. Tijdens deze opmars zijn de M10-pelotons aan de beurt, de getrokken 17-ponders worden niet ingezet.

De 3rd Brigade volgt de 2nd brigade over het kanaal en zet koers naar Lieren. De 1st Brigade trekt door Apeldoorn en gaat via de hoofdweg richting Amersfoort.

 Luchtdoelartillerie:
Voor het 2nd Light Anti-Aircraft Regiment is geen werk: de Luftwaffe is verslagen en er zijn nauwelijks Duitse vliegtuigen te bestrijden. Daarom krijgt het regiment andere taken; als Apeldoorn is ingenomen door de hoofdmacht, neemt 2 LAAA samen met manschappen van het hierbij ingedeelde Dutch National Battalion de bewaking van het St Josephziekenhuis over. Vervolgens vervult het regiment samen met de Nederlanders verkenningstaken om het gemis van het verkenningsbataljon, Princess Louise’s Dragoon Guards, dat in België bezig is met het ontvangen van en trainen met nieuwe verkenningsvoertuigen, enigszins goed te maken.  

No items found.

Draai je telefoon
voor de beste beleving