Wybren en Bennie Oosterbaan
Hier leest u het verhaal over Wybren Oosterbaan en ook over zijn zoon Bennie. Ze zijn beiden verbonden geweest met de Koninklijke Scholengemeenschap, Wybren als leraar wiskunde en mechanica, Bennie als leerling.
Wybren Oosterbaan wordt geboren in Achlum in Friesland op 27 april 1884. Na het behalen van zijn HBS-diploma gaat hij naar Delft, waar hij in 1909 afstudeert als werktuigbouwkundig ingenieur. Hij wordt leraar. Eerst heeft hij korte aanstellingen in Utrecht, Venlo en Schiedam, maar op 1 januari 1913 wordt hij benoemd als leraar wiskunde en mechanica aan de Koninklijke HBS. Daar is hij niet meer weggegaan.
In 1919 trouwt hij met Helena van der Kuilen. Ze gaan wonen aan de 2e Beukenlaan 20. En ook daar gaan ze niet meer weg. In 1920 wordt hun eerste zoon geboren: Bernard, die Bennie wordt genoemd. Daarna volgen in 1922 en 1925 Jan en Joost.
Wybren is een enthousiast leraar en hij inspireert vooral typische beta’s met zijn lessen. Uit de notulen van de lerarenvergadering blijkt dat hij, als er besluiten voor de hele school genomen moeten worden, een belangrijke stem heeft. Ook buiten de school is hij actief, bijvoorbeeld als bestuurslid van de openbare leeszaal. Hij heeft een grote belangstelling voor moderne literatuur. Niet alleen een beta dus.
Zijn drie zonen gaan naar de Koninklijke HBS en ze halen alle drie het B-diploma. Bennie doet in 1937 examen en gaat, na een tussenjaar in Zwitserland, net als zijn vader studeren in Delft.
Wanneer in mei 1940 Duitsers ons land bezetten, krijgt de school meteen te maken met de Duitse maatregelen: in november 1940 wordt de leraar Frans ontslagen, Jacob Wijler, omdat hij jood is. En op 1 september 1941 moeten alle joodse leerlingen de school verlaten.
Begin 1943 krijgen de Oosterbanen ook persoonlijk met de Duitse maatregelen te maken: Bennie moet net als alle studenten een verklaring tekenen dat hij niets tegen de Duitsers zal ondernemen. Omdat hij weigert, mag hij geen colleges meer volgen. De Duitsers pakken hem op en sturen hem met honderden andere weigeraars als dwangarbeider naar Duitsland. In februari of maart 1944 ontsnapt hij, keert terug naar Nederland en duikt onder.
We weten dat Wybren Oosterbaan inmiddels in het verzet zit: hij helpt onderduikers en waarschijnlijk ook joden. Meer weten we niet. Zelfs na de oorlog komt er geen informatie boven tafel, ook niet over Bennies betrokkenheid.
De Duitsers komen wél achter het bestaan van de groep rondom Oosterbaan en ze slaan toe op 18 november 1944: verschillende Apeldoorners worden opgepakt, ook Bennie. Zijn vader arresteren ze op de HBS.
Dan begint een lijdensweg voor vader en zoon. Eerst zitten ze vast in de Koning Willem III-kazerne, maar op 9 december worden ze overgebracht naar kamp Amersfoort, dat berucht is vanwege de wreedheid van de bewakers. Begin februari 1945 gaan ze op transport naar kamp Neuengamme in de buurt van Hamburg, waar ze op 4 februari aankomen. Een kamp met een vreselijk regime.
Bij aankomst moeten de gevangenen alle persoonlijke bezittingen afgeven, ook hun kleren. Al het lichaamshaar wordt afgeschoren en ze krijgen een gestreept katoenen pak, meestal van een overleden gevangene. Er is weinig en slecht eten, ze slapen met vier man in een houten bak van 90 centimeter breed, zonder dekens. En dan de dwangarbeid: zwaar graafwerk, puin ruimen, stenen vergruizelen. De omstandigheden zijn erop gericht gevangenen zo snel mogelijk dood te laten gaan. Vernichtung durch Arbeit, zo noemen de nazi’s dat.
Wybren sterft 17 dagen na aankomst op 21 februari, zijn zoon Bennie een paar dagen later. In het dodenboek staan achter hun naam wetenschappelijke omschrijvingen als doodsoorzaak om te verbergen dat ze stierven door honger, mishandeling en uitputting.
Tijdens de oorlog verblijven 106.000 gevangenen in Neuengamme, 55.000 sterven er. Hun lichamen worden gecremeerd en de as wordt verstrooid in de moestuin van SS.
Pas vier maanden na de bevrijding komt het officiële bericht dat Wybren en Bennie zijn omgekomen. Mevrouw Oosterbaan en de twee andere zoons blijven ontredderd achter. Ook zij zijn oorlogsslachtoffer.