Bevrijding
De geallieerde luchtlandingsoperatie Market-Garden bij Arnhem in september 1944 mislukte volledig. Grote aantallen evacués uit Arnhem e.o. moesten worden ondergebracht in Apeldoorn. Ook bijna 1800 gewonde krijgsgevangen Airborne’s kwamen naar Apeldoorn. Ze werden ondergebracht in de Koning Willem III- kazerne, maar ook in de ziekenhuizen en op Paleis Het Loo.
Om de oorlog te beëindigen was er dus nog een laatste offensief nodig. Dit was gericht op het hart van Duitsland en op de ontmoeting met de uit het oosten oprukkende Russen. Op de flank van dit offensief moest Nederland verder worden bevrijd. Die taak werd opgedragen aan de Canadezen. In april 1945 begon het 1st Canadian Army met de uitvoering van deze opdracht. De Duitse bezetting van de Veluwe bestond in 1945 uit een allegaartje: tweederangs Volksgrenadierdivisies, maar ook eliteparachutisten, delen van de beruchte SS- troepen en marine- en luchtmachtpersoneel.
Inmiddels hadden de Canadezen het gebied ten oosten van de IJssel in handen gekregen. Vanuit dit gebied werd de operatie Cannonshot ingezet, bedoeld om de Duitse eenheden op de Veluwe te verdrijven. Het begon met een rivierovergang. Op woensdag 11 april 1945 staken twee bataljons Canadezen bij Gorssel de IJssel over. Zonder al te veel tegenstand konden ze een bruggenhoofd vormen op de westelijke oever tot aan de weg Voorst – Wilp. Van daaruit rukten ze de volgende dag op in noordelijke richting Er werd hevig gevochten en de Canadezen leden gevoelige verliezen.
‘s Avonds veranderden de Canadezen hun aanvalsrichting: nu ging het westwaarts, via Twello naar Apeldoorn. Twello werd diezelfde dag nog bevrijd door een gewaagde aanval van infanterie die op tanks zo hard mogelijk het dorp binnenreed. De Duitse soldaten werden volledig verrast door de Canadezen, die schietend en luid schreeuwend ‘T’hello with Twello’, (`naar de hel met Twello’) door het dorp reden en renden. Vrijdag 13 april gingen de Canadezen verder in de richting van Apeldoorn. Onderweg werd er tussen Teuge en Apeldoorn hevig gevochten. Weer raakten er Canadezen gewond, weer verloren Canadese soldaten het leven. Aanvallen in de vroege morgen van zaterdag 14 april op de Broeksbrug (later de Loobrug, nu afgebroken) en de Deventerbrug over het Apeldoorns Kanaal mislukten. Bij deze gevechtsacties leden de Canadezen gevoelige verliezen.Een andere eenheid trok langs Wilp Achterhoek via Posterenk en de Kneuterstraat richting Woudhuis dat pas op 15 april na felle gevechten in Canadese handen kwam.
Het gebied ten noorden van de spoorlijn naar Zutphen in de omgeving van Groot Schuylenburgh werd gezuiverd. En op 15 april ’s avonds stonden de Canadezen aan het Apeldoorns Kanaal in het gebied waar zich nu ‘De Maten’ bevindt. In de middag van 16 april naderden ook vanuit het zuiden geallieerde troepen Apeldoorn. Ze rukten op van Dieren langs het Apeldoorns Kanaal in de richting van Eerbeek.
Door het mislukken van de aanvallen op de Broeksbrug en de Deventerbrug hadden de Canadezen de indruk dat Apeldoorn hardnekkig zou worden verdedigd. Het aanvalsplan werd daarom veranderd: na een zware artillerie beschieting zou Apeldoorn in het noorden en het zuiden worden aangevallen. Het artilleriebombardement zou vanzelfsprekend grote schade aan de stad en veel doden en gewonden onder de burgerij van Apeldoorn hebben veroorzaakt. Maar wat de Canadezen niet wisten was dat de Duitsers inmiddels voor het grootste deel weg waren: in Apeldoorn was slechts een kleine achterhoede achtergebleven.In de nacht van 16 op 17 april wist het Apeldoornse verzet enkele Duitse soldaten, die de Deventerbrug moesten opblazen bij een Canadese aanval, ervan te overtuigen dat zij zich beter konden overgeven. Twee verzetslieden staken in die nacht het Apeldoorns Kanaal over om de Canadezen te vertellen dat de Duitsers weg waren en de beschieting van Apeldoorn niet meer nodig was.
Voordat het licht werd slopen Canadese soldaten over de bruggen naar de westkant van het kanaal. Zodra ze aan de overkant waren, schoot het verzet drie lichtkogels af. Op dat teken werden de motoren van de Canadese tanks, jeeps en vrachtauto’s gestart en daverden de Canadezen Apeldoorn binnen. Hier en daar boden Duitse sluipschutters nog weerstand, maar daar maakten de Canadese soldaten korte metten mee. In diezelfde nacht van 16 op 17 april werden ook Lieren, Oosterhuizen en Beekbergen bevrijd.
Daarna volgden Apeldoorn-Zuid en Ugchelen.Het was dinsdag 17 april 1945, de bevrijding van Apeldoorn. De vlaggen gingen uit. Veel tijd voor feestvieren hadden de Canadezen niet; de Duitsers waren nog niet verslagen. Er werd besloten een verrassende doorstoot in de richting van Barneveld uit te voeren, langs de zuidkant van Apeldoorn. Ook Hoenderloo was aan het eind van de morgen onder controle, nadat het verzet samen met evacués en dorpelingen wegversperringen hadden afgebroken.
In de stad Apeldoorn was er bijna geen doorkomen aan: de straten waren verstopt door de uitgelaten bevolking en de doortrekkende troepen. De Canadese genie bouwde in allerijl een Baileybrug over het kanaal om de beschadigde Deventerbrug te versterken. Zo duurde het tot in de middag voordat de Canadezen uit de stad via de Amersfoortseweg de opmars konden voortzetten. Delen van deze troepenmacht zijn via Hoog Soeren in westelijke richting getrokken en hebben ‘en passant’ dit dorp bevrijd.
Bij de Echoput kregen de Canadezen al een aanval van Duitse parachutisten te verduren. Ook de kruising bij Nieuw Milligen werd hardnekkig verdedigd, eveneens door parachutisten, maar Uddel werd bevrijd.
Vanuit Ugchelen trokken de Canadezen langs de spoorlijn naar Kootwijk; dat dorp werd gezuiverd, waar na de opmars werd voortgezet.
Bij Hoog Buurlo moest een andere afdeling nog slag leveren maar uiteindelijk troffen de verschillende Canadese onderdelen elkaar bij Barneveld. Daarmee werd operatie Cannonshot succesvol beëindigd.
Korte kleurenfilm over de bevrijding van Apeldoorn
Lees meer informatie over het Canadese leger bij de bevrijding van Nederland.
Verhalen van Apeldoornse ooggetuigen
Mevrouw van Mourik-Dijkhof (woonde in de wijk Zevenhuizen)
De heer Toon Buitenhuis (werkte op villa Laag Buurlo)
Agatha van Vierssen Trip (dagboek, dochter van de geneesheer directeur / chirurg van het Liduinaziekenhuis)